Wandelkleding: het drie lagensysteem, wat is het?

1. De onderlaag:

Volgens het 3-lagen systeem is deze laag voor vochtregulering en eerste verwarming.

De onderlaag moet het vocht (zweet) goed af kunnen voeren om je droog en warm te houden. Daarom dient ze goed aan te sluiten op het lichaam.

Probeer katoen te vermijden voor deze laag, aangezien katoen vocht vasthoudt, waardoor je eerder klam en koud zal voelen.

Materialen als polyester of polypropyleen houden het vocht niet vast en zijn beter geschikt om de warmte vast te houden.

‍

2. De tussenlaag:

De tussenlaag zorgt voor warmte opslag en verdere vochtafvoer, en wordt gedragen over het ondergoed en onder de regenkleding.

De kleding moet een ademend vermogen hebben om wel het vocht af te kunnen voeren naar buiten, maar ook redelijk winddicht zijn om te voorkomen dat de warme lucht onder de kleding te snel verloren gaat.

Afhankelijk van de weersomstandigheden kan dit dus een T-shirt, trui of sweater zijn. Ook een broek en de hoofdbedekking behoren tot deze laag.

‍

3. De buitenlaag:

Dit is de laag die moet beschermen tegen regen en wind.

Deze laag moet dus waterdicht zijn, maar ook ademend. Wie kent de regenpakken niet die vanbinnen net zo nat worden als van buiten. Niet van de regen maar van zweet of condens.

De moderne lichtgewicht regenjassen voldoen in meer of mindere mate aan deze wensen. Vaak hebben ze ook ventilatieritsen onder de oksels, zodat warmte en vocht van binnen naar buiten kunnen worden afgevoerd zonder dat er vocht vanbuiten naar binnen kan. Dit is een handige extra om je comfort te reguleren zonder de jas te moeten uittrekken.

Bij het aanschaffen van een nieuwe buitenlaag dien je op drie eigenschappen te letten:

• winddichtheid
• waterdichtheid
• ademend vermogen

Wandeltip:

Zorg dat je op elke wandeling het 3-lagen systeem kan toepassen door het juiste materiaal mee te nemen.

Varieer veelvuldig met je kleding tijdens de dag naargelang je warmtebehoefte van dat moment. Je kan ook anticiperen door bvb al een laag te verwijderen vlak voor de beklimming van een steile helling.